Skip to content
Versterking Lauwersmeerdijk Groningen Heijmans Noorderzijlvest
Bouwteam in actie voor biodiversiteit

Geen zee te hoog

9 februari 2023

Een dijk verbeteren én de natuur versterken; dat kan. Een minibouwteam binnen de combinatie Waddenkwartier heeft de primeur. De kunstriffen die zij aan de teen van de Groningse Lauwersmeerdijk plaatsten, krioelden na een jaar van het onderwaterleven. Biologen, bouwers en bestuurders willen samen de meest duurzame dijk van Nederland bouwen.

Anemonen, krabben, zeesterren, mossels, oesters, palingen, botervisjes, zakpijpen en nog veel meer: marien bioloog Jorien Rippen en haar collega-onderzoekers keken hun ogen uit in deze minibiotoop die vorige zomer omhoog kwam. “Als experiment zonken we negentien elementen af van verschillende materialen en vormen onderaan de dijk, als vestigingsplek voor flora en fauna. Ontzettend gaaf dat wat we bedacht hadden, in de praktijk werkt! Geweldig dat we zoveel leven aantroffen.”

Koppelkansen

Op deze gure, grijze winterdag steekt alleen een zeehond zijn kop boven de waterlijn uit. “Die komt hier regelmatig, er is vast veel voedsel”, lacht Silvia Mosterd. Als omgevingsmanager van Waterschap Noorderzijlvest kent Silvia dit deel van de Lauwersmeerdijk op haar duimpje. De zeekering van negen kilometer, tussen de Cleveringsluizen en de Westpolder, voldeed niet langer aan de normen voor waterveiligheid. Daarom startte in 2017 een project voor verbetering, als onderdeel van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP).

Wens van het waterschap was de dijkversterking zo duurzaam mogelijk aan te pakken. Is waterveiligheid te combineren met verbeterde biodiversiteit en ruimtelijke kwaliteit? En kan dat zo circulair mogelijk en met zo min mogelijk CO2-uitstoot? “In onze visie is een dijk tegenwoordig meer dan een robuuste waterkering”, legt Silvia uit. “Wat is zijn invloed op de omgeving? We vroegen verschillende waddenecologen: is natuurverbetering aan de versterking te koppelen? Zij vertelden ons dat onder water, langs de harde randen van het wad, er veel te verbeteren valt. Zo ontstond het idee een natuurlijker overgang tussen dijk en wad te maken.”

Zo bouw je de meest duurzame dijk van Nederland

  • Bij elke stap de duurzaamheidswinst berekenen via de MKI
  • Circulair bouwen: alleen versterken waar nodig
  • Teruggewonnen materialen opnieuw gebruiken
  • Hergebruik voor de toekomst bedenken
  • Gebiedseigen grond gebruiken
  • Elektrisch of op (groene) waterstof aangedreven materieel gebruiken
  • Biodiversiteit onderaan de dijk in kwelder stimuleren
  • Speciale visdoorgang om migratie van zoet en zoutwaterminnende vissoorten mogelijk te maken
  • Bloemrijke mengsels op de dijk zaaien
  • Ruimtelijke kwaliteit in de haven versterken

Bouwteam

Voor de dijkversterking en daarmee ook de natuurlijke overgang, tuigde het waterschap een samenwerking op met Rijkswaterstaat, de provincie Groningen, gemeente Het Hogeland en Groninger Landschap. De Waddenzee is een geliefd en beschermd natuurgebied, waarvan zowel Groningers als toeristen genieten als ze over de dijken fietsen. Grazende schapen mogen niet ontbreken. Tel daarbij de strijd tegen de verzilting van het dalende achterland op en het door stikstofuitstoot geplaagde landschap en je hebt allesbehalve een gemakkelijke opgave. Want die dijk moet Nederland vooral vijftig jaar lang beschermen tegen stormen die eens in de 10.000 jaar voor komen.

Desondanks kwamen alle partijen tot een plan. Als combinatie Waddenkwartier kregen Heijmans en GMB de werkzaamheden gegund. Heijmans werkte twee jaar geleden aan het Friese deel van de Lauwersmeerdijk. Nu was gekozen voor een bouwteam, en zaten ook natuurorganisaties en ecologen aan tafel. Zoals Jorien Rippen, werkzaam bij de Leeuwarder hogeschool Van Hall Larenstein als docent Kust en Zeemanagement en promovendus bij de Rijksuniversiteit Groningen.

Voor Heijmans-collega Hendrik-Jan Punt als oud-student van Van Hall Larenstein erg leuk: “Ik ben opgeleid als ingenieur land, water en milieubeheer en vond het hartstikke interessant om met Jorien te werken aan natuurverbetering.”

Daadkracht

Voor deze klus vormden ze een mini-bouwteam dat letterlijk in zee ging met Reef Systems, ECOncrete en Moreef, internationale bedrijven die kunstriffen ontwerpen. Het team plaatste over een lengte van vier kilometer tien soorten riffen onder water langs de dijk en drie getijdepoelen. Elke rif of poel heeft een andere vorm, constructie, opbouw en oppervlakte. Via de onderhoudsweg op de dijk nemen we poolshoogte. De riffen zijn zo diep mogelijk afgezonken, tot negen meter onder de zeespiegel. Alleen de betonnen bakken van de getijdepoelen piepen boven het wateroppervlak uit.

Jorien schetst het ontstaan van leven in de poelen: “Algen zijn de eersten, zij dienen als voedsel voor schelpen als alikruiken. Bij laagwater gebruiken ook vissen het stilstaande water in de poelen als leefplek. Hoe meer soorten rond de riffen leven, hoe steviger het zogenoemde voedselweb. Als er van elke voedsellaag meerdere soorten aanwezig zijn, ontstaat een gezond ecosysteem.”

Opschalen

Jorien en haar collega's verwachten dat het leven op de rifelementen ieder jaar toeneemt en er na twee tot drie jaar duidelijk is welke constructies het beste werken voor het versterken van de biodiversiteit en stimuleren van onderwaternatuur. “Als de resultaten positief blijven, kunnen we op grotere schaal echt een verschil maken, door het aantal riffen op te schalen of te verhogen.”

De biodiversiteit boven de zeespiegel wordt niet vergeten: ook kwelderontwikkeling en een zoetzout overgang door de dijk, staan op het programma. Om zowel bijen als schapen te voeden, zaait het bouwteam de dijk in met een speciaal kruidenmengsel. “Dat moet goed samengaan met beweiding van de dijk met schapen”, verduidelijkt Silvia. “Schapen horen op de dijk, cultuurhistorisch gezien.”

Kwelder

We rijden door, naar een plek met uitzicht op het achtergelegen kwelderlandschap. Jorien pakt haar verrekijker en tuurt naar het groen. “Het voorland van de dijk”, aldus Silvia. “Dit brakke moeras is een belangrijke kwelder die we tijdens de dijkversterking intact laten. Straks komt de visdoorgang daar in uit.” Aangrenzende eigenaren als het Rijksvastgoedbedrijf en Staatsbosbeheer zijn slechts twee van de betrokken partijen. Ook met Rijkswaterstaat, provincie, gemeente, havenpartijen, bouwers en toeleveranciers, het HWBP en natuurlijk de samenleving, van omwonenden tot ondernemers, overlegt het waterschap.

Silvia benadrukt blij te zijn dat alle partners het aandurven zo duurzaam mogelijk te werken. “In plaats van louter sober en doelmatig te versterken, zoals het HWBP voorschrijft, experimenteren wij met oplossingen die straks ook bruikbaar zijn voor andere waterkeringen. We versnellen hier natuurinclusief, circulair en emissieloos bouwen.”

Lauwersmeerdijk Groningen Noorderzijlvest Heijmans GMB duurzaamheid
Hendrik Jan Punt, Silvia Mosterd en Jorien Rippen bovenaan de Lauwersmeerdijk.

Voorbeeld

“Echt een voorbeeld voor andere projecten", beaamt Hendrik-Jan. Hij wijst op het asfalt dat straks wordt vervangen. Dit wordt straks hergebruikt als basis voor het nieuwe asfalt. En we denken meteen na over hoe we ze over vijftig jaar, bij een volgende dijkversterking, weer kunnen inzetten.” De machines die straks het werk doen, zullen grotendeels elektrisch worden aangedreven, als het aan Noorderzijlvest ligt.

Met onze investering sporen we lokale, kleinere bouwers aan hun materieel te verduurzamen
Silvia Mosterd, Waterschap Noorderzijlvest

Nu de samenwerking in het mini-bouwteam er bijna op zit – binnenkort start de uitvoering - blikken ze terug. Silvia leerde de dijk op een hele andere manier kennen: “Echt een verrijking, ik heb veel over de Waddennatuur geleerd.” Hendrik-Jan is fan van het bouwteam: “Je kijkt breed, maar houdt wel de snelheid in het proces. Bij een traditionele aanbesteding zou je nooit zoveel dingen kunnen uitproberen als we hier deden. Bovendien is het interessant om bovenop de bestuurlijke keuzes te zitten.”

Jorien besluit: “Mijn studenten geef ik altijd mee dat je moet samenwerken en niet in je ecologenhokje moet blijven. Deze proef is voor ons een unieke kans, om als engineers en ecologen samen op te trekken. De daadkracht en snelheid van Hendrik-Jan en zijn collega's waren erg leerzaam. Als wetenschapper doe je liever zo lang mogelijk vooronderzoek, maar snel aan de slag gaan heeft ook zo zijn voordelen. Je moet alle kansen aangrijpen voor de natuur!”